Wanneer u bij uw huisarts komt omdat u vermoedt dat u schildklierproblemen heeft, zal deze in eerste instantie een bloedonderzoek laten uitvoeren om na te gaan of de schildklier correct functioneert.
Er wordt daarbij gekeken naar twee waarden: die van vrije T4 (schildklierhormoon) en TSH (schildklierstimulerend hormoon). Normaal gezien ligt de vrije T4 tussen 9,0 en 24,0 pmol/l en de TSH tussen 0,4 en 4,0 mU per liter. Bij hypothyreoïdie is de hoeveelheid vrije T4 in het bloed verlaagd en de hoeveelheid TSH verhoogd. Bij hyperthyreoïdie is de hoeveelheid vrije T4 in het bloed te hoog en de hoeveelheid TSH verlaagd.
Kunstmatig schildklierhormoon
Hypothyreoïdie is goed te behandelen met een kunstmatig schildklierhormoon, zoals Levothyroxine. Indien de oorzaak van de hypothyreoïdie de ziekte van Hashimoto, een schildklieroperatie of een behandeling met radioactief jodium is, is de kans groot dat u levenslang schildkliertabletten moet innemen. Gewoonlijk dient u de tabletten één keer per dag in te nemen, op hetzelfde tijdstip en op een nuchtere maag. Indien u jonger bent dan 60 jaar en geen hartproblemen heeft, wordt meestal meteen met een hogere dosis gestart. Indien u ouder bent dan 60 of hartproblemen heeft, wordt begonnen met een lagere dosis die geleidelijk wordt verhoogd. Aangezien de sterkte per merk of verpakking van het geneesmiddel Levothyroxine kan verschillen, is het belangrijk dat u steeds hetzelfde merk gebruikt.
Medicatie
Hyperthyreoïdie kan behandeld worden met geneesmiddelen, radioactief jodium of via een operatie. Uw arts zal samen met u beslissen welke behandeling het meest geschikt is, afhankelijk van mogelijke nadelen en uw persoonlijke situatie, zoals een kinderwens. Indien gekozen wordt voor geneesmiddelen, krijgt u waarschijnlijk eerst Thiamazol of Levothyroxine, een gelijkaardig geneesmiddel om de werking van de schildklier te onderdrukken. Dit kan gecombineerd worden met een bètablokker indien u veel last heeft van klachten zoals hartkloppingen en transpiratie. Na ongeveer zes weken worden uw waarden gecontroleerd en krijgt u een geneesmiddel met een kunstmatig schildklierhormoon, zoals Levothyroxine.
Gewoonlijk dient u de tabletten één keer per dag in te nemen, op hetzelfde tijdstip en op een nuchtere maag. Vervolgens worden uw waarden na zes weken opnieuw gecontroleerd, waarna eventueel de dosering wordt aangepast. In plaats van deze geneesmiddelen kan er ook gekozen worden voor titratie, waarbij u een lage dosis Thiamazol krijgt. Dit wordt toegediend door een internist. Aangezien de sterkte per merk of verpakking van het geneesmiddel Levothyroxine kan verschillen, is het belangrijk dat u steeds hetzelfde merk gebruikt. Indien gekozen wordt voor een behandeling met radioactief jodium, moet u in het ziekenhuis een vloeistof met deze stof innemen. Dit komt via het bloed in de schildklier terecht en werkt snel. Door de straling van het jodium stopt de schildklier met werken. Deze methode is veilig omdat u de radioactieve stof vanzelf weer uitplast.
Een nadeel van deze behandeling is dat de schildklier jaren later mogelijk te traag gaat werken, waardoor u alsnog geneesmiddelen moet innemen. Houd er bovendien rekening mee dat u gedurende zes maanden na inname van het radioactief jodium niet zwanger mag worden.
Operatie
Tot slot kan er gekozen worden voor een operatie om hyperthyreoïdie te behandelen. Hierbij wordt een deel van de schildklier verwijderd. De voordelen hiervan zijn dat de druk op de luchtpijp en de zwelling verminderen, maar het risico bestaat dat de schildklier nadien te traag gaat werken, waardoor u alsnog geneesmiddelen moet innemen. Daarnaast bestaat er een risico op blijvende heesheid indien de zenuw die door de schildklier loopt beschadigd raakt.
Voor zowel de behandeling van hypothyreoïdie als hyperthyreoïdie kan het enkele maanden duren vooraleer de juiste dosis medicatie gevonden wordt. Bij de ziekte van Graves wordt uw bloed doorgaans om de drie maanden gecontroleerd. Mogelijk kunt u tijdelijk stoppen met de medicatie, waarna u op verschillende tijdstippen opnieuw bloedonderzoek moet laten uitvoeren. Ongeveer de helft van de patiënten heeft nadien een blijvend goed werkende schildklier. Indien na het stoppen met de medicatie de aandoening toch terugkomt, moet verdergegaan worden met een behandeling op basis van geneesmiddelen, of wordt gekozen voor radioactief jodium of een operatie.