Osteoporose

Osteoporose komt vaker voor bij oudere personen. Naarmate men ouder wordt, verschuift het evenwicht tussen botaanmaak en -afbraak. Vrouwen in of na de menopauze zijn extra vatbaar voor osteoporose: door de daling van het oestrogeengehalte wordt er bij hen meer botweefsel afgebroken. Andere oorzaken van primaire osteoporose zijn onder meer:

• Een te eenzijdig voedingspatroon (onvoldoende calciumrijke producten);
• Te weinig lichaamsbeweging;
• Gebrek aan zonlicht. Het lichaam maakt vitamine D aan onder invloed van zonlicht, en vitamine D is noodzakelijk voor een goede opname van calcium uit de voeding.

Ook bepaalde lichamelijke aandoeningen of het gebruik van geneesmiddelen kunnen osteoporose veroorzaken. Indien deze factoren aan de basis liggen van botontkalking, spreekt men van secundaire osteoporose.

Broze botten breken sneller, soms zelfs zonder duidelijke aanleiding. Ook kunnen de wervels inzakken. Dit gaat gepaard met rugpijn, een gebogen rug of een vermindering van de lichaamslengte ('krimpen'). Ook spierpijn, zenuwpijn en klachten aan organen kunnen voorkomen als gevolg van de gewijzigde lichaamshouding. Een arts kan de botdichtheid meten om osteoporose vast te stellen.

Een evenwichtig voedingspatroon met veel calcium (zuivel, noten, groenten) in combinatie met voldoende beweging in de buitenlucht kan botontkalking helpen voorkomen. Een supplement met calcium en/of vitamine D3 kan preventief werken, maar wordt eveneens gebruikt als aanvullende behandeling bij bestaande osteoporose. Bij botontkalking kan een arts geneesmiddelen op basis van bisfosfonaten voorschrijven. Deze geneesmiddelen zorgen ervoor dat de botmassa toeneemt.