Antibiotica zijn geneesmiddelen die worden ingezet om bacteriële infecties in het lichaam te behandelen. Antibiotica zijn uitsluitend werkzaam bij bacteriële infecties; infecties veroorzaakt door een virus kunnen hiermee niet worden behandeld. Bovendien bestaan er verschillende soorten antibiotica, elk bestemd voor specifieke types bacteriële infecties.
Antibiotica zijn geneesmiddelen die bacteriën doden of de groei ervan afremmen wanneer deze zich in het lichaam hebben vermenigvuldigd en een bacteriële infectie hebben veroorzaakt. Bacteriën zijn met het blote oog niet zichtbaar, maar we komen er dagelijks mee in contact. Toch worden we niet altijd ziek. Dit is te danken aan ons immuunsysteem, dat ons beschermt, en omdat deze indringers niet altijd schadelijk zijn; in ons lichaam zijn steeds bacteriën aanwezig die nuttige functies vervullen. Zo dragen ze bij aan de vertering van voedsel in onze darmen en beschermen ze de huid tegen schadelijke indringers. Wanneer echter ziekteverwekkende bacteriën het lichaam binnendringen en u onvoldoende weerstand heeft om deze te bestrijden, kunt u ziek worden. Dan kunnen ze zich snel vermenigvuldigen en een infectie veroorzaken, zoals een longontsteking. Dit gaat vaak gepaard met koorts. Een longontsteking of een ontsteking van de hartkleppen kan fataal zijn indien er geen antibiotica wordt toegediend. Het lichaam is dan immers niet of nauwelijks in staat om zelfstandig van deze aandoening te herstellen.
Antibiotica kunnen dus levensreddend zijn. Ze zijn echter enkel werkzaam bij bacteriële infecties. Infecties veroorzaakt door een virus, zoals een verkoudheid of buikgriep, kunnen hiermee niet worden behandeld. Soms volstaan rust of andere eenvoudige maatregelen om te herstellen van bacteriële infecties. In dat geval schrijft de arts geen antibiotica voor.
Het is afhankelijk van de klachten en het type bacterie welk antibioticum geschikt is om een ontsteking te behandelen. Soms is het noodzakelijk om urine of etter naar een laboratorium te sturen om te bepalen welke bacterie de infectie veroorzaakt en welk antibioticum vereist is. Elke bacterie is immers op een andere manier opgebouwd. Voorbeelden van antibiotica zijn:
- Penicilline
- Minocycline
- Doxycycline
- Ciprofloxacine
- Claritromycine
In het algemeen worden antibiotica onderverdeeld in smalspectrum- en breedspectrumantibiotica. Smalspectrumantibiotica zijn specifiek gericht op bacteriële infecties van een bepaalde groep bacteriën. Breedspectrumantibiotica bestrijden meerdere soorten bacteriën tegelijkertijd.
Artsen geven de voorkeur aan smalspectrumantibiotica omdat hierbij minder goede bacteriën worden vernietigd tijdens de behandeling. Hierdoor treden er minder bijwerkingen op. Ze kunnen echter enkel worden voorgeschreven als bekend is welk type bacterie de ontsteking veroorzaakt. Indien dit niet bekend is, zijn breedspectrumantibiotica een goed alternatief omdat hiermee verschillende soorten bacteriën worden bestreden. Het nadeel hiervan is dat er meer bijwerkingen, zoals maag- en darmklachten, kunnen optreden omdat ook de goede bacteriën in de darmflora worden vernietigd.
Ook de plaats van de ontsteking in het lichaam is bepalend voor de keuze van een bepaald antibioticum. Sommige weefsels zijn immers gevoeliger of minder gevoelig voor een bepaald soort antibioticum. De arts moet kiezen voor een antibioticum dat het betrokken weefsel kan bereiken.